- Jong belegen geraspte kaas (voor 12 bakjes circa 300 gram kaas).
- Benodigdheden: bakjes of schaaltjes + spatel
De mandjes kunnen op twee manieren worden gemaakt. Belangrijk is wel dat je snel kunt werken omdat de kaas vrij snel stolt.
Wellicht handig om niet teveel porties tegelijk te maken.
Kaasmandjes uit de oven
Verwarm de oven voor op circa 160 graden.
Leg op bakpapier op de bakplaat een aantal van de porties kaas uitgespreid in rondjes.
Bak dit circa 8 minuutjes tot ze goudbruin zijn en haal de bakplaat uit de oven. Schep de nog flexibele kaas met een spatel van de plaat en drapeer ‘m onmiddelijk over je omgekeerde kom. Druk direct met een keukenpapiertje lichtjes om de kom heen met je handen. Door het keukenpapiertje wordt het vet gelijk opgenomen en het isoleert voldoende zodat je je handen niet brandt aan de kaas.
Laat de kaasmandjes zo volledig afkoelen en uitharden. Haal de krokante kaasmandjes voorzichtig van de vorm. Dep het overtollige vet op met een propje keukenpapier.
Kaasmandjes maken met de koekenpan
Verwarm een goede anti-aanbakpan op matig tot middelhoog vuur.
Verdeel de kaas in zoveel porties als je bakjes wilt maken. Bestrooi de bodem van de pan gelijkmatig met kaas. Bak de kaas ongeveer 5 minuten op laag vuur. Eerst smelt de kaas, dan gaat het schuimen.
Maar wacht rustig af, zodra de kaas begint te bruinen laat je de pan – van het vuur af – iets afkoelen. Op die manier kun je de kaasplak beter opscheppen.
Leg de, nog flexibele, kaasplak over een omgekeerde vorm. Druk het voorzichtig aan met een stukje keukenpapier. Op die manier ontstaat een leuk kaasmandje.
Een grappige – en koolhydraatarme – manier om een salade te serveren.
